Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Uiteenlopende aandoeningen kunnen licht gehoorverlies veroorzaken. We hebben het dan over zowel conductief, perceptief als gemengd gehoorverlies dat kan ontstaan tijdens de kindertijd of op latere leeftijd. Het gehoorverlies kan plots of geleidelijk optreden, en kan gradueel evolueren of stabiel blijven. Er zijn dus veel mogelijke oorzaken van licht gehoorverlies. Maar, “de meest voorkomende oorzaak is bilateraal perceptief gehoorverlies. Dit verlies is ouderdomsgerelateerd (de prevalentie neemt toe vanaf 45-jarige leeftijd) maar kan ook worden veroorzaakt door ototoxiciteit”, legt Professor Hannah Keppler (Vakgroep revalidatiewetenschappen, Universiteit Gent) uit.

Sommige patiënten ondervinden meer hinder van een licht gehoorverlies dan andere patiënten. De etiologie van gehoorverlies speelt een belangrijke rol in de variabiliteit van de beperking van de patiënten. Toch hebben de meeste patiënten met licht gehoorverlies geen of weinig problemen om spraak te begrijpen in ‘niet-complexe’ omgevingen (d.w.z. in niet/weinig stresserende luistersituaties, zoals bij hen thuis of in conversaties met weinig mensen en zonder achtergrondgeluiden).

Het gehoorverlies kan plots of geleidelijk optreden, en kan gradueel evolueren of stabiel blijven.

Meer dan auditieve symptomen

Een ‘licht’ verlies betekent niet noodzakelijk dat het niet hinderlijk is. Moeilijkere luistersituaties kunnen heel snel leiden tot begripsproblemen en andere symptomen die verder gaan dan het gehoor. “De gevolgen zijn groot. Zelfs wanneer patiënten spraak nog goed begrijpen, kunnen ze problemen krijgen met de luisterinspanning: ze moeten zich concentreren, hun cognitieve mogelijkheden maximaal gebruiken om te begrijpen wat iemand zegt… Sommige patiënten hebben daardoor ’s avonds hoofdpijn of zijn uitgeput. Ze moeten zo veel inspanning leveren dat dit een impact heeft op hun levenskwaliteit. Hun gehoorverlies kan ook een negatief effect hebben op hun werk of studies”, legt Prof. Keppler uit. 

“Na verloop van tijd geraken deze patiënten geïsoleerd en tast hun gehoorverlies hun psychische gezondheid aan. Er is ook steeds meer bewijs dat het gehoorverlies ook een grote impact heeft op hun cognitieve functies. Gehoorverlies is één van de belangrijkste niet-beïnvloedbare risicofactoren voor dementie bij oudere volwassenen”.

In bepaalde gevallen kan het gehoorverlies gepaard gaan met tinnitus, of met hyperacousis. “Het kan zich dus op verschillende manieren manifesteren en een variabele impact hebben op de levenskwaliteit van de patiënt. Al deze elementen samen kunnen een zware impact hebben op mensen met lichte gehoorproblemen”.

Audiometrische metingen, hoortoestellen en de uitdagingen van licht gehoorverlies

In België worden hoortoestellen slechts voor een bepaalde groep van patiënten gedeeltelijk terugbetaald, namelijk voor patiënten met een gemiddeld gehoorverlies van minstens 40 dB. Patiënten met licht gehoorverlies kunnen dus zelden genieten van een tussenkomst voor hoortoestellen. En toch: “Hoewel het moeilijk is de bijdrage van hoortoestellen te evalueren in termen van klassieke audiometrische metingen, verklaren veel patiënten dat het toestel het hen veel gemakkelijker maakt om te luisteren, en dat ze dus minder vermoeid zijn… De reacties zijn doorgaans heel positief. Met of zonder hoortoestel: de patiënten voelen het verschil”.

Er is in de nomenclatuur een uitzondering voor personen jonger dan 65 jaar voorzien waarbij het ook mogelijk is zich te baseren op spraakaudiometrie in ruis om een gedeeltelijke terugbetaling van hoortoestellen te bekomen. “Het is belangrijk deze twee testen te gebruiken om na te gaan of de patiënt in aanmerking zou komen voor een terugbetaling”. 

Om een optimale behandeling van de patiënt te garanderen en na te gaan of een patiënt baat zou hebben bij een hoortoestel of andere hoorhulpmiddelen, is het ook cruciaal om alle aspecten van het gehoorverlies van de patiënt te evalueren, zelfs de meest onopvallende. “De manier waarop de patiënt zijn gehoorverlies en de hiermee verbonden problemen ervaart, zijn cruciaal. We moeten rekening houden met de subjectieve evaluatie van de patiënt, door bijvoorbeeld gebruik te maken van vragenlijsten. De patiënt verdient gepersonaliseerde hulp en de kans om kennis te maken met de verschillende hoorhulpmiddelen en andere technologieën die het gemakkelijker maken om spraak te verstaan”. Professor Keppler concludeert: “De preventie van gehoorverlies als gevolg van ototoxiciteit en gehoorrevalidatie hebben voor de patiënt een enorme impact. Het maakt het mogelijk andere effecten te voorkomen die direct gerelateerd zijn aan het gehoor, of subtielere effecten, zoals vermoeidheid of achteruitgang van de psychische gezondheid. Bovendien moeten we rekening houden met de klachten van de patiënt, zelfs als die weinig opvallend en subjectief zijn, en proberen oplossingen te vinden gebaseerd op de individuele behoeften van de patiënten”.

1. WHO, World report on hearing. 3 March 2021. 2. Naar aanleiding van een interview met professor Hannah Keppler, Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen, Universiteit Gent. 3. Dr Brent Edwards, Treatment strategies for those with hearing ­difficulties but no to mild hearing losses. Virtual Physician Symposium “To fit or not to fit”, 6 Avril 2022. 4. Dr Barbara Timmer, Mild but not insignificant: exploring the real-world impact of mild hearing loss. Virtual Physician Symposium “To fit or not to fit”, 6 Avril 2022.

Lees ook binnen dit dossier 'Gehoorverlies'