Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Hoewel de huidige audiometrische metingen nuttig zijn om het hoorvermogen te meten, wordt er slechts een lichte correlatie vastgesteld met gehoorproblemen, vooral in geval van licht gehoorverlies. Bovendien stellen we een grote individuele variabiliteit vast in de impact van licht gehoorverlies, en dit op veel verschillende niveaus. Zelfevaluaties geven een beter idee van bepaalde gevolgen, zoals de beperking van bepaalde activiteiten of vermoeidheid. Maar ook deze vragenlijsten hebben hun beperkingen.

Er bestaan met name meer dan 300 gevalideerde vragenlijsten, die peilen naar aspecten zoals het vermogen om te communiceren of de zelfgeëvalueerde auditieve beperking. Maar die zijn allemaal gebaseerd op de veralgemening van de hoorervaring van een individu, die op zijn beurt gebaseerd is op herinneringen en de gekozen luistersituaties. Deze gegevens worden meestal gelijkgesteld met alle luistersituaties. Een voorbeeld: op de vraag “Brengt een gehoorprobleem u in moeilijkheden als u op een feest bent?”, kan de patiënt terugdenken aan het laatste feest waaraan hij deelnam of aan een situatie die hem specifiek is bijgebleven. Elke gebeurtenis, elke situatie, is overigens anders: er kan weinig/veel volk zijn, weinig/veel lawaai, bekende/onbekende mensen, enz.

Hoewel de huidige audiometrische metingen nuttig zijn om het hoorvermogen te meten, wordt er slechts een lichte correlatie vastgesteld met gehoorproblemen, vooral in geval van licht gehoorverlies. 

Wat is ecologische momentane beoordeling 
(ecological momentary assessment, EMA)?

Het is een evaluatiemethode die patiënten in staat stelt hun ervaringen in realtime te delen, en dit meerdere keren per dag. Een van de grote voordelen van het systeem is dat het de mogelijkheid biedt een grote hoeveelheid gegevens te verzamelen. “Dit alles stelt ons in staat de variabiliteit en de contextuele factoren te bestuderen. Er bestaan ondertussen een aantal applicaties die op een telefoon kunnen worden geïnstalleerd”, legde Dr. Barbara Timmer, Lecturer in Audiology, University of Queensland (Australië) en Senior Scientist, Sonova (Zwitserland) uit. 

Het team van Dr. Timmer wilde beter begrijpen wat personen met licht gehoorverlies ervaarden in communicatie geassocieerde situaties. Tijdens het ‘Sonova Webinar: To fit or not to fit’, kwam ze terug op twee van hun studies. “We konden aantonen dat deze aanpak, zelfs voor oudere volwassenen, en op voorwaarde dat ze vertrouwd zijn met een smartphone, volstrekt betrouwbaar is en relevant voor het onderzoek in de audiologie”.

Studie EMA 1: gehoorproblemen in geval van licht gehoorverlies

In de eerste studie9 onderzocht het team wat de gehoorproblemen waren van oudere volwassenen met licht gehoorverlies. Daarom evalueerden ze wat in deze populatie de frequente luistersituaties zijn en hoe deze volwassenen hun hoorprestaties in deze situaties evalueren.

Concreet kregen de deelnemers (n = 29) instructies en werden ze 2-3 dagen later opnieuw gecontacteerd. Ze voerden dan een zelfevaluatie uit op basis van een vragenlijst over auditieve beperking in het begin van de gegevensverzamelingsperiode. In de loop van een periode van 14 dagen werd hen gevraagd minstens 3 enquêtes per dag (17 vragen) over communicatiesituaties in realtime in te vullen. Op het einde van de studieperiode werd een tweede zelfevaluatie uitgevoerd om na te gaan of hun houding ten opzichte van hun hoorvermogen en auditieve beperking was veranderd of niet. 

Er werden twee categorieën van vragen gesteld:

  • De luistersituatie: wat beluisterde de deelnemer (gesprek van max. 3 personen, van minstens 4 personen, telefoongesprek…), de grootte van de ruimte, de bekendheid van de gesprekspartners, de mate van achtergrondlawaai tijdens deze gebeurtenis. 
  • De auditieve prestatie: percentage begrepen spraak, hoeveelheid inspanning om te begrijpen wat er was gezegd, evaluatie van de gehoorproblemen gedurende de situatie.

In totaal werden 1.128 enquêtes verzameld: 98% werd ingevuld tijdens of binnen het uur na de luistersituatie. De meest voorkomende situatie was een gesprek met max. 3 personen (46%), met bekende gesprekspartners, thuis, in een weinig/niet-rumoerige omgeving.

In 91% van de gevallen evalueerden de deelnemers hun spraakverstaan als goed (75 of 100%). “We moeten in het achterhoofd houden dat het voornamelijk niet-complexe luistersituaties waren”. Daarentegen verklaarde 67% van de deelnemers inspanning te moeten leveren om in deze situaties doeltreffend te kunnen luisteren. “Dit toont aan dat we ons niet alleen mogen focussen op een goed spraakverstaan, maar ook op de inspanning die de persoon moet leveren om een gesprekspartner te verstaan – verhoogde inspanning kan vermoeidheid veroorzaken”.

De conclusie van deze studie luidt: “De meeste geïnventariseerde luistersituaties zijn geen situaties die worden beschouwd als complex. Hoewel de deelnemers een zeer goed tot uitstekend begrip van de gesprekken rapporteerden, moesten ze vaak inspanningen leveren om dit prestatieniveau te halen. Zelfs in ‘eenvoudige’ luistersituaties moeten volwassenen met licht gehoorverlies dus een stevige inspanning leveren om goed te kunnen verstaan”.

 

Studie EMA 2: Gebruik van EMA om de winst van hoortoestellen te meten

In een tweede studie10 bestudeerde het team de winst in realtime van hoortoestellen in geval van licht gehoorverlies.

In een vergelijkbaar studieopzet gaven de onderzoekers ook een smartphone aan de deelnemers, met dezelfde EMA-applicatie. Gedurende een eerste periode van 7 dagen (baseline-fase) dienden de deelnemers alleen vragenlijsten in te vullen. Vervolgens, op een tweede afspraak, kregen de deelnemers hoortoestellen, die ze 14 dagen droegen (interventiefase). De hoortoestellen werden vervolgens niet gedragen gedurende een periode van 7 dagen (uitloopfase). Tijdens deze 3 fasen vulden de deelnemers vragenlijsten in, meer specifiek minstens 3 vragenlijsten per dag, met 16 vragen rond 4 aspecten die gerelateerd waren aan hun hoorprestaties: spraakverstaan, de inspanning om doeltreffend te horen, gehoorproblemen die een invloed hadden op de communicatie of de communicatie verstoorden, en het luisterplezier. Het betrof een pilootstudie die werd uitgevoerd bij 10 deelnemers.

De gegevens van 860 situaties werden verzameld. Zoals in de eerste studie was de frequentste situatie een gesprek met max. 3 deelnemers (52%), met bekende gesprekspartners, thuis, in een weinig/niet-rumoerige omgeving.

De onderzoekers vergeleken de gegevens van de baseline-fase met die van de interventiefase om het effect van de hoortoestellen te meten. De onderzoekers evalueerden de winst van de hoortoestellen (klein, gemiddeld, groot of onbestaande). Vervolgens evalueerden de onderzoekers dit in functie van de 4 bestudeerde aspecten gerelateerd aan de hoorprestaties. De resultaten brachten een lichte winst van de hoortoestellen aan het licht op deze 4 aspecten tijdens de interventiefase. “Maar wat echt interessant is, is kijken naar het individuele niveau”, aldus Dr. Timmer. 

Voor eenzelfde deelnemer kon de winst sterk variëren naargelang om welk van de 4 aspecten het ging. Interessant was dat in verscheidene gevallen de minste winst werd geboekt op het vlak van een beter spraakverstaan. Het is overigens vaak dit aspect dat door behandelaar wordt geëvalueerd, terwijl ook de winst op andere niveaus een grote impact kan hebben, zoals minder vermoeidheid. Het is dus belangrijk onze blik te verruimen en rekening te houden met andere vormen van winst die een hoortoestel kan opleveren in geval van licht gehoorverlies.

Deze tweede studie toont aan dat licht gehoorverlies een effect kan hebben op het spraakbegrip tijdens courante luistersituaties in het echte leven. Maar de impact ervan gaat veel verder en de winst van hoortoestellen zou groter kunnen zijn wanneer het gaat om andere aspecten die verband houden met de levenskwaliteit. “Het gesprek dat we met onze patiënten moeten hebben, mag niet alleen draaien rond hoe we het gehoorverlies zullen behandelen met een hoortoestel en wat een dergelijke hoorhulp zou kunnen opleveren qua verbetering op vlak van spraakverstaanbaarheid. We moeten ook rekening houden met het algemeen welzijn en nagaan hoe we globaal de inspanning kunnen verminderen en het luisterplezier kunnen vergroten”.

“We zouden meer moeten praten en revalidatiemogelijkheden zoals hoortoestellen aan onze patiënten aanbieden. We stellen vast dat sommige audiologen aarzelen om een hoortoestel te adviseren in geval van licht gehoorverlies (…). Op basis van wat we hier zagen, zouden we moeten – en kunnen – ingrijpen in geval van licht gehoorverlies via hulpmiddelen als hoortoestellen”, aldus Dr. Timmer. “Wanneer gehoorspecialisten praten met hun patiënten over de behandeling van hun lichte gehoorverlies, onder meer over het nut en doel van hoortoestellen, moet ook rekening worden gehouden met andere aspecten buiten het spraakverstaan. We zouden moeten praten over aspecten zoals vermoeidheid op het einde van de dag, en het gevoel van welzijn in verschillende luistersituaties. (…) Deze aspecten vormen echte winstposten die hoortoestellen kunnen bieden in geval van licht gehoorverlies”.

 

Licht gehoorverlies is een courante aandoening. Toch bestaan er nog steeds lacunes op het gebied van screening, testen om het gehoorverlies correct te evalueren, en doeltreffende behandelingen. Het is belangrijk te luisteren naar de patiënt en hem de hulp te bieden die hij nodig heeft. En dat is mogelijk, door het gebruik van hoortoestellen, die de levenskwaliteit van de patiënten op verschillende niveaus kunnen verbeteren. Want hun probleem gaat verder dan enkel hun gehoor. Voor patiënten met licht gehoorverlies kan een medische interventie echt het verschil maken!2,3,4

2. Naar aanleiding van een interview met professor Hannah Keppler, Vakgroep Spraak-, Taal- en Gehoorwetenschappen, Universiteit Gent. 3. Dr Brent Edwards, Treatment strategies for those with hearing difficulties but no to mild hearing losses. Virtual Physician Symposium “To fit or not to fit”, 6 Avril 2022. 4. Dr Barbara Timmer, Mild but not insignificant: exploring the real-world impact of mild hearing loss. Virtual Physician Symposium “To fit or not to fit”, 6 Avril 2022. 9. B. Timmer B.H.B., Hickson L., Launer S., Ecological Momentary Assessment: Feasibility, Construct Validity, and Future Applications. AJA 2017, Vol 26 Issue 3S Pages: 436-442. https://doi.org/10.1044/2017_AJA-16-0126.10. Timmer B.H.B., Hickson L., Launer S., Do Hearing Aids Address Real-World Hearing Difficulties for Adults With Mild Hearing Impairment? Results From a Pilot Study Using Ecological Momentary Assessment. Trends in Hearing. 2018;22. doi:10.1177/2331216518783608

Meer binnen dit dossier 'Light gehoorverlies':