Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security
Hoe kunnen we vandaag bij ons de vaccinatiegraad verhogen en de incidentie van orofaryngeale kanker geassocieerd met het humaan papillomavirus (HPV) verlagen? Er werd een grondig onderzoek uitgevoerd via een studie van Nelson & Faquin in 2023 waarbij getracht werd om deze vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Een stand van zaken.
De voorbije jaren werd de recente toename van orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom vrijwel volledig toegeschreven aan het humaan papillomavirus (HPV). NKO-artsen geloven dat het met gerichte acties mogelijk is om de vaccinatiegraad te verhogen en de incidentie van orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom (OPSCC) geassocieerd met HPV te verlagen.
Orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom werd in het verleden voornamelijk geassocieerd met roken. De recente toename wordt echter vrijwel volledig toegeschreven aan HPV, een virus dat via seksueel contact wordt verspreid. In de Verenigde Staten zou naar schatting 70% van alle orofaryngeale kankers met HPV geassocieerd zijn.
In 2022 stelde een groep van zes onderzoekers een aanpak voor om deze incidentie te verlagen. Dokter Zain Rizvi, MD, otorhinolaryngoloog en hoofd- en halschirurg aan UW Medicine in Seattle, Washington, bevestigt dat dit een probleem voor de volksgezondheid betreft en benadrukt dat vaccinatie veelbelovende resultaten oplevert. Voor hem moet het via onderzoek mogelijk zijn om de verbanden tussen vaccinatie en de afname van met HPV geassocieerde baarmoederhalskanker te versterken.

Om die belofte waar te maken, moet men iets ondernemen tegen de beperkte kennis over het virale verband met OPSCC, het gebrek aan toegang tot standaard medische zorg, de lage vaccinatiegraad tegen HPV en de toenemende desinformatie. Desinformatie voedt de steeds vaker voorkomende weigering om te vaccineren.
Een voorbeeld: vaccinatie tegen HPV wordt aanbevolen voor alle Amerikanen tot de leeftijd van 45 jaar. Toch blijven de cijfers duidelijk onder het streefdoel. Slechts ongeveer 55 tot 60% van de adolescenten is volledig gevaccineerd. Een analyse van het Center for Disease Control and Prevention (CDC) wees uit dat het aantal mensen dat twijfelt om zich te laten vaccineren tussen 2012 en 2020 stabiel bleef, maar dat het aantal ouders dat “de veiligheid of bijwerkingen” als verklaring voor hun aarzeling aanhaalt, aanzienlijk is gestegen. Deze trend zou zijn versneld door de COVID-19-pandemie.
“Om deze impact te verkleinen, is één van de beste oplossingen nog steeds: met de patiënt het gesprek aangaan over de veiligheid en de voordelen van vaccinatie voordat de desinformatie zich verder verspreidt,” legt Dr. Rizvi uit. “Op deze manier is de eerste informatie die de patiënt ontvangt, wetenschappelijk onderbouwd.” Dit gesprek is echter uitsluitend mogelijk als de patiënt toegang heeft tot de gezondheidszorg.
Deze toegang - of beter: het gebrek eraan - vormt wellicht het eerste belangrijke obstakel voor preventie. “Het eerste obstakel voor vaccinatie tegen HPV is het gebrek aan plaatsen waar je terecht kunt voor de toediening van medische zorg,” geeft dokter Christina Bell, MD, van het Womack Army Medical Center in Fort Bragg, North Carolina, aan.
Er zijn mensen die denken dat het gaat om een vaccin dat seksueel overdraagbare ziekten moet voorkomen. Het publiek beseft nauwelijks dat dit vaccin kanker kan voorkomen
Hoe kunnen we preventie in deze context verbeteren? Het antwoord zou mogelijk uit Rwanda kunnen komen. In dit land bedraagt de vaccinatiegraad bijvoorbeeld meer dan 80 tot 90% dankzij de talrijke vaccinatiecampagnes die de afgelopen jaren op scholen zijn uitgevoerd. Experts denken dat Rwanda, samen met Australië, één van de eerste landen zou kunnen zijn waar baarmoederhalskanker wordt uitgeroeid.
”Er is een direct verband tussen het aantal personen dat is gevaccineerd tegen HPV en de afname van hoofd- en halskankers geassocieerd met HPV. Hoe hoger de vaccinatiegraad, hoe minder kanker,” aldus Dr. Benjamin Judson, MD, diensthoofd NKO in het medisch centrum van de Universiteit van Yale in New Haven, Connecticut. Voor hem is vroege vaccinatie cruciaal voor preventie vanwege de latentie, die decennia kan aanhouden.
Hij merkt ook op dat de relevantie van het vaccin door het publiek niet altijd goed begrepen wordt: ”Er zijn mensen die denken dat het gaat om een vaccin dat seksueel overdraagbare ziekten moet voorkomen. Het publiek beseft nauwelijks dat dit vaccin kanker kan voorkomen.”
De sensibilisering van het publiek voor het verband met hoofd- en halskankers is nog te beperkt. Minder dan een derde van de ondervraagde volwassenen kent het verband tussen HPV en OPSCC.
Om deze bevinding te staven, voerde het team van Dr. Judson tijdens het Internationale Congres over hoofd- en halskanker van de American Head & Neck Society een follow-up uit waarbij patiënten werden ondervraagd vóór en na een routinebezoek aan de NKO-afdeling. Elke patiënt had eerst een document ontvangen over de blootstelling aan HPV, de associatie ervan met orofarynxtumoren, en het vermogen van vaccinatie om HPV-infecties en latere kankers te voorkomen. Tijdens het gesprek informeerde de NKO-specialist kort naar de vaccinatiestatus van de patiënt en stelde hij/zij enkele gerichte vragen. De vragenlijsten vóór en na consultatie toonden aan dat zowel de kennis van de patiënten over vaccinatie als hun houding ertegenover aanzienlijk waren verbeterd. Er waren duidelijk meer patiënten het erover eens dat het vaccin veilig is. De patiënten gaven bovendien aan dat ze zichzelf en hun kinderen wilden laten vaccineren tegen HPV.
NKO-artsen kunnen hierbij dus een essentiële rol spelen op het vlak van preventie en sensibilisering. Vaccinatie tegen HPV draagt veel meer bij dan alleen de preventie van seksueel overdraagbare infecties, zowel voor mannen als vrouwen, omdat het de verdere verspreiding van HPV voorkomt. “Ik denk dat het voor ons als NKO-arts gemakkelijker is om het verband tussen vaccinatie en de preventie van kanker te beschrijven omdat we dit verband zeer goed kennen,” legt Dr. Judson uit. Hij blijft zich echter bewust van het feit dat het moeilijk is deze boodschap over te brengen aan het publiek. Dr. Rizvi wijst erop dat het te vergelijken valt met roken. Niet roken verlaagt het risico dat je naar een specialist moet. Voor een patiënt is de beste behandeling dus nooit naar een specialist moeten gaan. Hij benadrukt met andere woorden dat preventie de beste manier is om het risico op hoofd- en halskanker te vermijden.
1. https://acsjournals.onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/cncy.22755