Your browser is outdated. Upgrade your browser for better user experience and security

Audiologie, het blijkt niet de meest voor de hand liggende studiekeuze. Elk jaar studeren er minder en minder audiologen af, waardoor het beroep zelfs het risico loopt om een knelpuntberoep te worden. En dat terwijl audiologie juist een fantastisch en veelzijdig paramedisch beroep is met heel wat toekomstperspectieven en waarmee zorg kan worden verleend aan zowel jong als oud.

Dat is ook de boodschap die de beroepsvereniging UCBA (Uitvoerend Comité van de Beroepsverenigingen van Audiologen en Audiciens in België) wil geven en dit in samenwerking met acht hogescholen (Vives Brugge, Thomas More Antwerpen, HOGENT, Arteveldehogeschool, HEPL Luik, Vinci Brussel) en universiteiten (KU Leuven, UGent) in België. Gezamenlijk hebben ze een sensibiliseringscampagne ontwikkeld om de laatstejaars (5e /6e ) van middelbare scholen, maar ook studenten die zich willen heroriënteren, te laten kennismaken met het beroep.

De campagne heeft zowel een online- als een offlineluik. De UCBA zal affiches en flyers verspreiden onder alle NKO-artsen. Daarnaast zullen de beroepsverenigingen, hogescholen en universiteiten aanwezig zijn op Sid-in beurzen, worden de CLB’s (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) en de provinciale afdelingen Onderwijs en Vorming actief betrokken en werd er een campagne gelanceerd op TikTok.

Ontdek een toekomst in de audiologie – een veelzijdig paramedisch beroep met veel perspectieven en een belangrijke rol in de zorg voor mensen.

Als NKO-arts kunt u helpen om het beroep van audioloog te promoten. Speciaal voor deze campagne werden affiches en flyers ontworpen. Indien u de campagne wenst te ondersteunen door een affiche of flyers beschikbaar te stellen in uw praktijk, kunt u een mail sturen naar dit e-mailadres: info@ucba-ceupa.be.

Op deze manier hoopt de UCBA samen met u jonge talenten te kunnen inspireren om te kiezen voor een beroep dat niet alleen veelzijdig is, maar ook een essentiële rol speelt in het welzijn van mensen.

Aanpassing artikel 31 van de nomenclatuur

Het koninklijk besluit van 28 maart 2024, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 5 april 2024, wijzigt artikel 31 van de geneeskundige verstrekkingen. Dit koninklijk besluit trad in werking op 1 juni 2024 en houdt 2 wijzigingen in:

1. Aanpassing decibeldrempel naar 35 db

Deze nomenclatuurwijziging houdt in dat de terugbetaling van hoortoestellen mogelijk gemaakt wordt vanaf 35dB en dit voor alle leeftijden. Dit heeft ook gevolgen voor de uitzonderingen in artikel 31 van de nomenclatuur, die door deze nomenclatuurwijzing van toepassing zullen zijn op rechthebbenden die een gehoorverlies hebben van minder dan 35 dB. De minimumdrempel van 35 dB voor de terugbetaling van toerusting ter correctie van het gehoor is van toepassing voor alle rechthebbenden voor wie deel 3 van het medisch voorschrift “in te vullen door de voorschrijvende arts – voorschrift van de toerusting” opgemaakt wordt vanaf 1 juni 2024.

2. Verlenging proefperiode bij eerste aanpassing

Voor alle hoortoestellen voorgeschreven voor 1 juni 2024 maar waarvan de proefperiode start na deze datum, is een proefperiode van minimaal 28 kalenderdagen van toepassing voor een eerste toerusting. Voor een hernieuwing blijft de proefperiode behouden op minstens 14 kalenderdagen

Slikproblemen en allergieën bij kinderen en jongvolwassenen: is het eosinofiele oesofagitis?

Kinderen en jongvolwassenen met allergieën of eczeem die slikproblemen hebben, kunnen lijden aan eosinofiele oesofagitis. Een nieuwe review geeft aanbevelingen voor de diagnose en de behandeling van deze chronische ontstekingsziekte.

Een kind blaast op een paardenbloem, wat symbool staat voor de verspreiding van kennis en bewustwording over het belang van audiologie als toekomstig beroep.

Eosinofiele oesofagitis wordt gekenmerkt door een ontsteking van de slokdarmwand die laesies en vernauwing van de slokdarm kan veroorzaken. Hoewel deze ziekte iedereen kan treffen, is het risico hoger bij kinderen tussen de 5 en 14 jaar en volwassenen tussen de 20 en 45 jaar, en komt ze 3 tot 4 keer vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De belangrijkste punten van deze nieuwe aanbevelingen zijn: 

  • Slikproblemen en voedsel dat vastzit in de slokdarm zijn de meest voorkomende symptomen bij adolescenten en volwassenen, terwijl kinderen meer last hebben van buikpijn, brandend maagzuur/reflux, verminderde eetlust, chronische hoest, braken of groeiachterstand.
  • De meeste patiënten (75%) hebben minstens één atopische (allergische) aandoening, zoals voedsel- of omgevingsallergieën, astma of eczeem.
  • De diagnose berust op de medische voorgeschiedenis van de patiënt en op 4 tot 6 slokdarmbiopten die op ten minste twee plaatsen zijn afgenomen tijdens een gastroscopie/endoscopie.
  • De behandeling omvat dieetaanpassingen, geschikte medicatie en/of dilatatie van de slokdarm om langetermijncomplicaties te voorkomen.
  • Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen eosinofiele oesofagitis en eetstoornissen bij volwassenen, die op elkaar kunnen lijken.

De auteurs bevelen een gedeelde besluitvorming tussen arts en patiënt aan om de impact van de ziekte en de behandeling ervan op de levenskwaliteit te verminderen. Ze suggereren een algemene aanpak naargelang de ernst van de ziekte en het risico op toekomstige complicaties.

Bron: Gupta M. and Grinman M. Diagnosis and management of eosinophilic esophagitis. CMAJ February 05, 2024 196 (4) E121-E128; DOI: https://doi.org/10.1503/cmaj.230378

Rol van microplastics bij chronische rinosinusitis zonder neuspoliepen

In een nieuwe prospectieve studie heeft een team geprobeerd om het verband tussen chronische rinosinusitis zonder neuspoliepen en microplastics te onderzoeken.

Voor hun studie vergeleken de auteurs een groep patiënten met chronische rinosinusitis zonder neuspoliepen (N = 50) met een controlegroep van 30 gezonde vrijwilligers. De deelnemers vulden een vragenlijst in om hun symptomen van neusverstopping te beoordelen. Ze voerden ook een neusspoeling uit met fysiologisch serum. De microplastics in de verzamelde neusspoelvloeistof werden onderzocht en hun aantal werd genoteerd.

De resultaten toonden een significant verschil in het aantal microplastics tussen de chronische rinosinusitisgroep zonder neuspoliepen en de controlegroep (p < 0,001), hoewel er bij alle deelnemers microplastics werden aangetroffen. De auteurs concludeerden dat hun resultaten een mogelijk verband suggereerden tussen chronische rinosinusitis en microplastics, wat de weg vrijmaakt voor verder onderzoek.

Bron: Taş BM, et al., Role of Microplastics in Chronic Rhinosinusitis Without Nasal Polyps. Laryngoscope. 2024 Mar;134(3):1077-1080. doi: 10.1002/lary.30926. Epub 2023 Jul 29. PMID: 37515512.

Meer nieuws: